Tentoonstelling met werk van Tian Teng, Arjan van Helmond en misha de ridder.
De mens heeft altijd naar manieren gezocht om zich te beschermen tegen de grillen van de natuur. Huizen dienden primair ter bescherming. Tegenwoordig zeggen ze ook iets over de binnenwereld van de bewoners en over de samenleving waar zij deel van uitmaken. Wie zijn wij en wat vinden we belangrijk? Dat komt tot uitdrukking in onze huizen en de voorwerpen waarmee we ons omringen. Tian Teng, Arjan van Helmond en misha de ridder veraanschouwelijken in deze tentoonstelling het bijzondere van ‘alledaagse’ gebouwen en objecten, zowel vanbinnen als vanbuiten.
Tian Teng laat ons in haar serie The Shape of Unseen stilstaan bij de ogenschijnlijk gewone gevels waarachter we onze bijzondere levens leiden. Met een samenspel van licht, compositie en vorm roept ze de sfeer op van een nauwkeurig geselecteerde plek op een specifiek moment van de dag. Deze reflecties van de bebouwde omgeving nodigen uit tot bezinning op wat we waarnemen.
Tian Teng (Shanghai, 1996) woont en werkt in Utrecht, waar zij in 2021 aan de HKU haar bachelor beeldende kunst behaalde.
De op het eerste gezicht alledaagse onderwerpen van Arjan van Helmond dragen iets mysterieus uit. In Window #12 construeert hij met ruimte, licht, herhaling en afwezigheid een realistisch ogend, maar tevens gelaagd sfeerbeeld. In Model #6 en Rug #2 suggereren de objecten en hun specifieke omgeving een staat van transitie. Ze doen ons beseffen dat we in elke nieuwe levensfase ons verleden altijd met ons zullen meedragen.
Arjan van Helmond (Deurne, 1971) studeerde af aan de Amsterdamse Rijksacademie in 2004. Hij exposeerde in New York (USA), Londen (UK) en Shanghai (China). In 2022 wijdde Museum More in Gorssel een overzichtstentoonstelling aan zijn werk.
In het fotografisch werk van misha de ridder heeft het natuurlijke, dat is vastgelegd in duizenden pixels, een conceptuele kwaliteit. Zowel in het tweeluik Lavin I en Lavin II, gemaakt in een Zwitsers kerkje (ca. 1500), als in #0090 (high up close by), dat werd genomen in de Amsterdamse Oude Kerk, speelt licht de hoofdrol. Bestreken door natuurlijk licht vangt de ridder in het tweeluik de sereniteit die van deze specifieke plek uitgaat en symboliseert hij de vervlechting mens-natuur en het vergaan van de tijd. In #0090 valt het licht onverbiddelijk door de hoge raampartijen naar binnen. De oneffenheden in de rechte lijnen van het stucwerk herinneren aan het verstrijken der eeuwen. Perfectie en imperfectie versmelten in de weerkaatsing van het natuurlijke licht op het doorleefde wit van de muur.
misha de ridder (1971, Alkmaar)